donderdag 6 januari 2022
Verschijning van het Genadige Kind Jezus, donderdag 6 januari 2022, Feest van de Wijsmannen
Bericht aan Manuela in Sievernich, Duitsland.
Het genadige Kind Jezus verschijnt voor het monstrans. Hij draagt een wit mantel, witte robe en een prachtig groot gouden kroon. Op het wit mantel en de witte robe zijn goudkleurige leliënranken. De bloemen van de lelies zijn rood. Het heeft kort krullend donkerbruin haar en blauwe ogen. Het Kind Jezus draagt in Zijn rechterhand een groot gouden scepter en in Zijn linkerhand draagt Hij de aardbol, die in Zijne handen draait.
Ik zie rechts en links van Hem elk een knielend engeltje. Samen staan ze allemaal in een goudkleurige sfeer van licht. Het Kind Jezus staat ook in een goudkleurige sfeer van licht, en er is ook een engel omgeven door een goudkleurige sfeer van licht.
De engelen spreiden nu het mantel van de Heer uit, en ze roepen: "O Jezus, Gij Zoon van David, Koning der Hemel, wees ons genadig, wees de wereld genadig."
Met "wees ons genadig" bedoelen zij niet de engelen, maar de mensen.
De twee engelen knielen voor het Kind Jezus en roepen alsook wij moeten: "O Jezus, Zoon van David, Koning der Hemel, wees ons genadig."
En nu wordt het mantel breed uitgespreid. Wanneer de engelen het mantel van de Heer breed uitspreiden en knielen, is dit een vorm van de hoogste eerbied voor hun Heer, zeggen zij.
Het Kind Jezus kijkt naar ons allen en zegent ons:
" In de naam des Vaders en des Zons - dat ben Ik - en des Heiligen Geests. Amen. Ik vreug me in jullie gebed. Mijn zegening met het beeld van mijn Heilige Kindertijd in Praag wil ik uitbrengen in de wereld.
Dit is een groot teken van mijn barmhartigheid; want Ik ben de Koning der Barmhartigheid! Kijk naar Mij. Ik ben jullie Verlosser."
M: "Ik kijk naar U, Heer."
" Jullie vernietiging wil ik niet. Ik wil jullie vreugde in de Eeuwige Vader. Ik wil jullie eeuwig leven geven.
Ik kan niet naar elk huis komen in de vorm van mijn Heilige Brood. Daarom leg ik mijn Heilige Zegening op met het beeld van mijn Heilige Kindertijd. Door mijn Zegening geef ik jullie de vreugde en volheid van mijn Eeuwige Vader. Door mijn Heilige Zegening geef Ik jullie de vreugde, liefde en blijdschap van de Hemel.
Bidt, offert, bekeert u en volgt mijn wens!
Als er stenen in jullie pad worden gelegd, geef ze aan Mij.
Mijn zegening zet Ik tegen de geest der tijden. En zo mogen veel van mijn getrouwe dienaren zegenen met de beelden van mijn Heilige Kindertijd. En Ik zal vreugde en vrede brengen in de harten van mensen overal ter wereld.
Die die Mij niet kennen, zullen zeggen: Het is slechts een zegen. Zij kennen de Vader in de hemel niet. Zij kennen Mij niet. Zij kennen ook de liefde niet, de liefde van de Eeuwige Vader en Mijn liefde. Zij kennen de kracht van de Eeuwige Vader en de Heilige Geest niet. Zij kennen Mijn kracht niet. Want alles komt van de Eeuwige Vader.
De drie die tot Mij kwamen uit het geslacht van Magiër: Zo zullen ook de volkeren Mij aanbidden en zegenen wanneer Ik bij jullie kom in Mijn Heilige Kindertijd."
M: "Heb ik dit goed begrepen? Zegen geven wanneer U bij hen komt in Heilige Kindertijd? Dus staan de drie uit het geslacht van Magiër voor de volkeren? Ja, Heer. Moet dit overal op aarde gebeuren, boven de landen heen? Ja, Heer."
De Heer toont mij nu verschillende brieven die mensen aan HEM hebben geschreven. Zij hebben deze brieven thuis bewaard. Ik ken deze brieven niet, maar de Heer toont ze me.
M.: "Er zijn enkele brieven geschreven. Ja, ik zie ze, ja. Een wit briefje met een afbeelding erop, een groen brief en een rood brief. Ik zie die, ja, Heer. Ja."
M.: "Ik smacht ook voor de zieke mensen. Mensen hebben ons om gebed verzocht. Dompel de zieken in Uw Kostbaar Bloed, o Heer, en in Uw Heilig Hart. Ik smeek U, hebt medelijden met hen."
Dan neemt de Koning der Hemelen Zijn gouden scepter naar Zijn Heilig Hart. En het wordt het Aspergil van Zijn Kostbaar Bloed. Hij besprenkelt ons met Zijn Kostbaar Bloed: in de naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geests. Amen. Het Kind Jezus gaat er ook mee in alle richtingen.
M: "Ja, ik dank U, o Heer. Zegenen.
Er is een persoonlijke mededeling.
M: Ja, Heer, het staat mij niet aan om er iets van te maken, ja. Het staat mij niet aan om er iets van te maken. U wilt dat ik naar U kijk. Dat doe ik. En ik kijk nergens anders naartoe. Ja."
Ik dank U met mijn hele hart. En vergeet ons mensen niet. Hebt medelijden met ons."
De Koning der Hemelen neemt afscheid, " Tot ziens!"
M.: "Tot ziens, Heer. Tot ziens."
Wij bidden: O Mijn Jezus, vergeef ons onze zonden, red ons van de vuren der helle, leid alle zielen naar het hemelrijk, vooral die er meest nood aan Uw barmhartigheid hebben.
Het licht der engelen wordt kleiner en verdwijnt. Het licht des Heeren wordt ook kleiner en de Heer verdwijnt.
Eigen opmerking:
De genoemde brieven die het Kind Jezus mij toonde, zijn allemaal geïdentificeerd.
Met de "drie, waarvan uit de stam Mager" genoemd personen konden we alleen raden dat het om de "heilige drie koningen" ging. Dr. Lord, die wij om hulp hadden gevraagd, kon ons helpen. Hier dankbaar zijn antwoordmail:
"De drie wijzen worden in de oorspronkelijke Griekse tekst van het Evangelie volgens Matteüs aangeduid als "Magoi", dat wil zeggen Magi. Dit is de Griekse term voor de Perzische naam Magawan. De Magawans waren de priesterlijke stam, zo te spreken de Levieten van de Midden, een buurvolk van de Perzen, die het geloof van Zarathustra volgden. Zarathustra had al rond 500 V.CHR. de geboorte voorspeld van Saoshyant, de "Verlosser", wiens moeder een maagd zou zijn. Wanneer hij geboren zou worden, zou er een nieuw sterrenbeeld in de hemel verschijnen - waarvoor de Magi op moesten letten..."
Meer hierover: Michael Hesemann, boek "Maria van Nazareth" en op kath.net, artikel van 06.01.2015: "Wie waren de Magi?"