zondag 1 december 2013
Eerste zondag van Adventus.
De Hemelse Vader spreekt na de Heilige Tridentijnse Offerande Mis volgens Pius V in de huiskapel in Mellatz door Zijn instrument en dochter Anne.
In naam des Vaters, des Zons en des Heiligen Geests Amen. Vandaag hebben we de eerste zondag in Advent. Met grote devotie en eerbied vieren wij deze heilige offerande mis. De engelen kwamen al tijdens het rozenkransgebed in deze huiskapel in Mellatz. Het altaar van Maria was helder verlicht, maar vooral het offeraltaar met het symbool van de Drie-eenheid boven de tabernakel. Alle heiligen beelden, vooral het beeld van Christus met het brandende hart en de Barmhartige Jezus, werden zeer helder doorstraald, evenals alle figuren op het altaar van Maria, vooral het Kleine Jezusje en het Kleine Koninkje der Liefde, alsook de Heilige Aartsengel Michaël, die al het kwaad met zijn zwaard wilde afweren dat hij in alle vier richtingen in de hemel sloeg. Ook de Rozenkoningin van Heroldsbach en de Moeder en Koningin des Overwinnings waren omgeven door een glansend licht.
De Hemelse Vader zal vandaag spreken: Ik, de Hemelse Vader, spreek nu en op dit moment door Mijn wilige, gehoorzaamende en nederige instrument en dochter Anne, die geheel in Mijn Wil is en alleen woorden herhaalt die van Mij komen.
Geliefde kleine kudde, geliefde volgelingen, geliefde kinderen en pelgrims uit nabij en verre, er brandt een klein lichtje. Dit kleintje licht van de eerste Advent is in jullie harten aangestoken zoals deze symbolische adventskrans zegt. Dit licht zal week na week helderder schijnen want het zal voor jouw en voor velen die bewust moeten worden van de geboorte van Jezus Christus door de Zalige Maagd Maria, de Onbevlekte.
Mijn geliefde kinderen, wacht jullie ook op dit feest, deze Kerstmis? Is het niet iets bijzonders voor jullie dat jullie dit licht in jullie harten helderder kunnen laten schijnen?
Mijn geliefde zonen van priesters, Ik roep jullie opnieuw op om het licht in jullie harten aan te steken want Ik, de Hemelse Vader, wil dat jullie voelen dat jullie moeten bidden. Het zal jullie eigen wil zijn die jullie beweegt terug te keren omdat mijn kleine ziel van boete voor jullie heeft geleden en nog steeds lijdt in deze dagen van Adventus. Mijn geliefde zonen van priesters, verlangt jullie niet naar dit licht? Laat het licht in jullie harten schijnen. Het moet mensen bewegen om terug te keren te willen.
Jullie hebben vandaag het licht aangestoken en zullen ervoor zorgen dat het helderder brandt. De verlangens naar het licht - Jezus Christus - zal in jullie harten groter en groter worden. De vlammen moeten hoger en hoger oplaaien. Ik, Jezus Christus in de Drie-eenheid, heb dit licht aangestoken door Mijn Hemelse Vader. Ik wacht op jullie bereidwilligheid om Me, Jezus Christus, in jullie harten te dragen. Ben ik niet gekomen om jullie te verlossen? Heb ik jullie deze verlosting met Mijn komst op het allerheiligste Kerstmis niet beloofd? Ben ik voor jullie mens geworden, een klein kind dat in de krib ligt en nederig jullie harten wil ontvangen? Ook als een klein kind wil ik jullie omhelzen. Kijk naar mij. Kijk naar Mijn nederigheid. De nederigheid in jullie harten is zo belangrijk. Als jullie trots worden, zal de boze jullie verstricken en hij zal jullie niet terugkeren laten. Hij laat het dan niet toe. Maar jullie, mijn geliefde priesterszoons, wil dat dit licht ook in jullie harten moet schijnen. Dit licht is Jezus Christus.
Hier, aan deze offeraltaar, vandaag op de eerste Advent, hebt jullie dit Heilige Offer van de Mis gevierd volgens het Tridentijnse ritus naar Pius V. De adventskrans werd aangestoken en bracht jullie dit licht. In jullie harten zal het in de komende weken helderder worden. Dit verhelderen zal jullie het begrip, de ervaring brengen dat Jezus Christus de weg, de waarheid en het leven is. Jullie zijn in de waarheid. Er is slechts één waarheid en dat is Jezus Christus in de Drie-eenheid. Ik, de Hemelse Vader, wil bij jullie zijn op dit moment. Ik wil in jullie harten de liefde van Advent planten, van de verwachting en komst van de Zoon van God.
Jullie verwachten hem zeker ook in jullie harten, geliefde priesterszoons, want deze verwachting moet zijn. Verwachten betekent ontwaken, afwachten op het komst van de Heer Jezus Christus. Ik hou van jullie onmetelijk en ik wil in jullie harten herboren worden. Het kleine Jezuskind klopt aan de deur van jullie hart en vraagt om binnen te mogen komen. Zult jullie de deuren van jullie hart openen? Jullie brandende harten zullen door het licht ontvlammen.
Kunt u zich voorstellen zonder dit licht te leven? Nee, Mijn geliefde kleine kudde. Dat kun je niet beelden, want jullie licht werd dag na dag helderder. Jullie hebben het baby Jezus binnen laten. Hoevaak hebt gij knielend voor deze baby Jezus gestaand en Hem in Zijn glorie aanzien. Hoe vaak hebt gij gedankt dat Jezus Christus mens geworden is, dat Hij Zijn leven wilde geven voor jullie, voor jullie zonden, voor jullie gebreken en zwaktes. Het kind Jezus dacht niet aan Zichzelf, nee, aan jullie, aan jullie heil en daarom woude Hij mens worden. De Heilige Moeder sprak haar Fiat uit. "Ja, ik ben de maagd des Heeren; mij geschiede volgens Uw woord," zei zij na de engelengroet van de Heilige Aartsengel Gabriel. Zij bekeek alles in Haar hart en geloofde diep en innig. Zij geloofde dat de Zoon Gods mens zou worden, dat de Heilige Geest over Haar heen zou komen en haar de Zoon Gods in Haar schoot zou geven. Hij werd door de Geest van God mens. Zij kon het niet beelden, want voor jullie was het eveneens onbegrijpelijk, maar jullie Fiat bleef een Fiat: "Ja, ik ben de maagd des Heeren; mij geschiede volgens Uw woord!"
Wilt gij ook deze nederigheid in jullie hart dragen, zodat het licht met iedere volgende Advent groeit? Wilt gij niet dankbaar zijn dat gij uit deze kerken van modernisme mocht komen, dat gij het ware licht hebt herkend?
Anne spreekt wat de Hemelse Vader haar geeft: Dit licht moeten we volgen. We moeten in dit licht geloven, want het is de Drie-eenheid waarin wij geloven en volgen en voor wie wij het kruis willen dragen - het kruis van kennis, het kruis van liefde. We willen het aanvaarden, net zoals de Hemelse Vader wil dat we het aanvaarden. We willen het niet weggooien. Dat zou eenvoudig zijn. Maar het kruis dient ons heil. Dit is onze kennis in de waarheid. De waarheid is voor ons beslissend en voor de waarheid leven en sterven wij, want Jezus Christus in de Drie-eenheid is vandaag op deze eerste Advent aan het offeraltaar de schenker van alle genaden en gaven. We hebben Hem met God en menselijkheid, met vlees en bloed ontvangen en Hem in het Allerheiligste Sacrament des Altars aangebeden en vereerd. Wij mochten iets zo groot weer ervaren op deze dag van de eerste Advent. Hij zal in ons geheugen blijven.
Als maar veel priesters zich bereidden zouden maken voor het Adventstijdperk en in hun harten dialoog zouden voeren met de grote God, de Drie-eenige, met Jezus Christus, en zich zouden voorbereiden op de Heilige Biecht, zodat hun harten gereed zouden zijn voor het nabije komen van Jezus Christus.
Gezien je weet, is liefde beslissend. Liefde moet groeien. Het mag niet stoppen, maar groter worden en daarvoor hebben wij de genade nodig van de Heilige Offermis, voor dit hebben wij alle Zeven Sacramenten nodig. Eerst het Sacrament der Boete, zodat wij ons schuld kunnen bekennen aan de Drie-eenige God, aan Jezus Christus, zodat onze harten gereed zijn voor Zijn komst in grote kracht en heerlijkheid.
Laat ons Hem aanbidden en laat ons Hem dienen, eren, prijzen en dankbaar zijn, want velen kunnen niet meer geloven. Zij bidden niet langer. Zij bidden Hem niet aan. Hij is hun middenpunt niet, net zoals Hij ons middenpunt is, waaruit wij putten. Hij geeft zichzelf in elke Heilige Offermis met Godheid en menselijkheid. Alles behoort ons toe te zijn. Het moet samensmelten met Zijn liefdevolle hart. Is dat iets heel groot en begrijpelijk? Zo groot is de liefde van God en hij wordt niet verminderd door onze zwaktes, want Jezus Christus weet om onze zwaktes en fouten. Hij weet alles wat in ons harten gebeurt, maar Hij wil zich met ons verenigden. Hij wil één worden met ons. Hij wil ons liefhebben met al Zijn hart, met een brandend hart. Kijk naar het beeld van Christus! Hij wijst naar Zijn brandende hart, dat omwoven is met de doornenkroon. En hoe ziet Het Hart der Zalige Moeder eruit? Brandend en ook omwoven met een doornenkroon. Beide harten worden één. Jezus Christus werd uit haar geboren. Hij is mens geworden in haar. Wij kunnen dit niet begrijpen, maar wij geloven het omdat wij vertrouwen in Zijn grote liefde, in de intieme unie met Hem. Ook wij willen één en blijven met Hem. Het bovennatuurlijke is verbonden met onze natuur wanneer wij bidden, wanneer wij gelovigen worden en vertrouwend zijn en ons met Hem verbinden in ons dagelijks leven.
Bedankt voor deze Heilige Offermis. Bedankt, kunnen wij zeggen dat wij mochten intrekken in dit huis van heerlijkheid. De Hemelse Vader woont in dit huis met ons. Hij gaf het ons als een geschenk, want het was bedoeld om in Zijn huis te wonen. Heeft Hij niet alles voor ons bereid? Wanneer we terugkijken op de laatste keer, zien wij opnieuw en weer Zijn wil en plan - niet ons plan. Alles is mogelijk geworden door Hem, door Zijne Goddelijke Kracht en door Zijne voorsienigheid. Niets kon zonder Hem beheerst worden want Hij stond naast deze arbeiders en leidde hun hand.
Wij willen Hem nogmaals bedanken voor al Zijn liefde, voor al Zijn toegewijdheid aan ons. Wij zijn kleine onvolkomen en zondige mensen. Maar Hij heeft mededogen met ons. In het Kyrie zingen wij: Heer, wees genadig tegen ons, Christus, wees genadig tegen ons! - Ja, dat doet Hij wel. Hij heeft mededogen met onze arme zielen en Hij verwarmt ze en de Zalige Moeder bereidt ze voor zodat Hij zich goed kan voelen in onze harten. Een klein bloementuin laat je groeien, zodat Jezus bij ons neerkan bij de Heilige Communie en zich goed kan voelen in onze harten. Hij verenigt Zijn ziel met onze ziel, met onze menselijkheid. Wij zijn één. In ons woont de grote God. Natuurlijk kunnen wij dit nooit begrijpen of doorgronden met onze menselijke geest, maar het is de waarheid, de enige waarheid, en daarom willen wij leven en sterven als dat nodig is. Wij hebben ons liefdesverbond gesloten en zijn blij dat we het mogen leven, dat Hij ons de goddelijke kracht geeft om weer eens terug te kijken naar het feit dat Hij is en blijft het middelpunt van onze levens. Wij houden van U, grote driënige God, en vandaag bedanken wij U dat wij hier mogen leven en bij U zijn, hier aan dit offeraltaar op de eerste zondag van Advent.
En nu zegent ons de Hemelse Vader met alle engelen en heiligen, met de lieve Moeder Gods, het kleine kind Jezus, de Koning der Liefde in de Drie-eenheid, in de naam des Vaders en des Zons en des Heiligen Geests. Amen.
Lof en eer zij U, gij grote drieënige God, jullie liefde zonder einde. Wij vertrouwen op u en willen voor altijd van jullie zijn! Amen.